Mei kwam op zijn
einde en zo ook mijn eerste jaartje UWC. Ik verliet Mostar en vloog naar
Istanbul waar de Turkse Lente net was uitgebroken. Al was de officiële Lente al
even bezig, de Arabische Lente waaide pas naar Turkije over in begin juni. Ik
kwam er dus net op tijd toe om een stukje geschiedenis mee te maken.
Dat was echter
niet het hoofd doel van mijn trip naar daar. Het plan was een drie-wekend
durend project te doen waaraan studenten van UWC Mostar en UWC Hongkong samen
deelnamen en vrijwilligerswerk gingen doen. De eerste twee weken brachten we
door in Tokat –een conservatief stadje in centraal Turkije- waar we langsgingen
bij verschillende dorpsschooltjes en met de kinderen dansten, praatten en hun
wereld verbreedden. Daarna gingen we een dag naar Bursa, waarna we een laatste
week doorbrachten in het epi-center van de politieke spanningen, namelijk
Istanbul.
Terwijl het
meeste nieuws een beetje aan ons voorbij ging gedurende de eerste twee weken
door een gebrek aan internet, waren de protesten pijnlijk duidelijk tijdens die
laatste week. Dat pijnlijk mag je gerust letterlijk nemen, aangezien ook wij
met traangas en pepperspray te maken kregen op weg naar onze verblijfplaats.
Het was soms wat
stresserend, maar hoofdzakelijk ontzettend interessant. We vermeden de
protesten uiteraard, maar onze residentie lag op slechts een tien-vijftien
minuten wandelen naar Taksim. We konden dus erg duidelijk de ontwikkelingen
volgen en hadden een eerste-rij-zicht op de gebeurtenissen in de straten. We
zagen dus zowel het gedrag van de demonstranten als van de politie.
Twee meisjes van
de groep moesten door het tumult vroeger terug naar huis komen van hun ouders.
Onze groep op zich was ontzettend leuk. Het ontmoetten van mensen die naar een
ander UWC gaan deed me realiseren dat het toch wel echt een goede organisatie
is. Het deed me bewust worden van het feit dat de andere colleges net zo leuk
zijn als Mostar. Dat je er ook echt geëngageerde mensen vindt.
Mijn vertrek uit
Turkije was nogal halsoverkop door problemen met de bus naar de luchthaven,
maar ik geraakte wel redelijk probleemloos terug thuis. Daar bracht ik mijn
tijd door met rusten, werken en mensen zien.
En plots was het
daar het einde van de vakantie, mijn terugkeer naar Mostar. Ik zit intussen al
een week terug in het zonnige veel te warme weer dat je enkel in Herzegovina
kan vinden. Het weerzien was fantastische, het uitwisselen van zomeravonturen
soms hilarisch en soms triestig. De eerstejaars druppelden binnen en de
openingsceremonie had plaats. Ik gaf een speech met Ogi uit Macedonië en andere
co-years brachten liedjes. De avond werd afgesloten met een buffet en een
feestje.
De nieuwe
generatie lijkt ontzettend leuk en vrolijk. Uiteraard is het wel nogal raar dat
onze tweedejaars er niet meer zijn, maar we raken er wel aan gewend. Het jaar
is wel alvast erg goed ingezet. Met naast leuke eerstejaars, ook erg aangename
kamergenoten en eigen balkon.
Af en toe moet ik
me zelf er aan herinneren dat ik nu een second-year ben, al voelt het tot hier
toe super!
Liefs,
Amber