UWCiM at Night

UWCiM at Night
Mijn school, gezien vanaf Old Bank

maandag 26 augustus 2013

Terug van weggeweest

Mei kwam op zijn einde en zo ook mijn eerste jaartje UWC. Ik verliet Mostar en vloog naar Istanbul waar de Turkse Lente net was uitgebroken. Al was de officiële Lente al even bezig, de Arabische Lente waaide pas naar Turkije over in begin juni. Ik kwam er dus net op tijd toe om een stukje geschiedenis mee te maken.
Dat was echter niet het hoofd doel van mijn trip naar daar. Het plan was een drie-wekend durend project te doen waaraan studenten van UWC Mostar en UWC Hongkong samen deelnamen en vrijwilligerswerk gingen doen. De eerste twee weken brachten we door in Tokat –een conservatief stadje in centraal Turkije- waar we langsgingen bij verschillende dorpsschooltjes en met de kinderen dansten, praatten en hun wereld verbreedden. Daarna gingen we een dag naar Bursa, waarna we een laatste week doorbrachten in het epi-center van de politieke spanningen, namelijk Istanbul.
Terwijl het meeste nieuws een beetje aan ons voorbij ging gedurende de eerste twee weken door een gebrek aan internet, waren de protesten pijnlijk duidelijk tijdens die laatste week. Dat pijnlijk mag je gerust letterlijk nemen, aangezien ook wij met traangas en pepperspray te maken kregen op weg naar onze verblijfplaats.
Het was soms wat stresserend, maar hoofdzakelijk ontzettend interessant. We vermeden de protesten uiteraard, maar onze residentie lag op slechts een tien-vijftien minuten wandelen naar Taksim. We konden dus erg duidelijk de ontwikkelingen volgen en hadden een eerste-rij-zicht op de gebeurtenissen in de straten. We zagen dus zowel het gedrag van de demonstranten als van de politie.
Twee meisjes van de groep moesten door het tumult vroeger terug naar huis komen van hun ouders. Onze groep op zich was ontzettend leuk. Het ontmoetten van mensen die naar een ander UWC gaan deed me realiseren dat het toch wel echt een goede organisatie is. Het deed me bewust worden van het feit dat de andere colleges net zo leuk zijn als Mostar. Dat je er ook echt geëngageerde mensen vindt.
Mijn vertrek uit Turkije was nogal halsoverkop door problemen met de bus naar de luchthaven, maar ik geraakte wel redelijk probleemloos terug thuis. Daar bracht ik mijn tijd door met rusten, werken en mensen zien.
En plots was het daar het einde van de vakantie, mijn terugkeer naar Mostar. Ik zit intussen al een week terug in het zonnige veel te warme weer dat je enkel in Herzegovina kan vinden. Het weerzien was fantastische, het uitwisselen van zomeravonturen soms hilarisch en soms triestig. De eerstejaars druppelden binnen en de openingsceremonie had plaats. Ik gaf een speech met Ogi uit Macedonië en andere co-years brachten liedjes. De avond werd afgesloten met een buffet en een feestje.
De nieuwe generatie lijkt ontzettend leuk en vrolijk. Uiteraard is het wel nogal raar dat onze tweedejaars er niet meer zijn, maar we raken er wel aan gewend. Het jaar is wel alvast erg goed ingezet. Met naast leuke eerstejaars, ook erg aangename kamergenoten en eigen balkon.
Af en toe moet ik me zelf er aan herinneren dat ik nu een second-year ben, al voelt het tot hier toe super!


Liefs,

Amber

maandag 3 juni 2013

Kartonnen Dozen

De examens zijn voorbij, de vakantie is begonnen. Ik ben in Sarajevo klaar om te  vertrekken naar Istanbul voor een drie-wekenlange trip in Turkije. Mostar heb ik dus al achter gelaten voor de zomervakantie.
De laatste weken in Mostar waren ontzettend druk en soms nogal bevreemdend. Eerst was een periode van twee weken waarin we examens maakten en niet veel anders deden dan studeren. Ik was één van de pechvogels die examens had van de allereerste tot de allerlaatste dag van de twee-weken-lange periode. Het fysica-examen was namelijk het enig dat nog plaats vond op vrijdag, terwijl alle anderen klaar waren op woensdag of donderdag. Die begonnen dus toen al te feesten en te vieren, terwijl ik me met moeite en pijn in het hart vroeg terug trok van het openingsconcert van het ‘Mostar Street Arts Festival’. Want ja Mostar had voor het tweede jaar op rij een Street Arts Festival, dat grotendeels georganiseerd werd door studenten van onze school. Het slechte weer maakte het echter een minder groot succes dan de vorige editie.
Gelukkig kwam er dus na twee weken een einde aan de examen-stress. We vierden het met ’s avonds met hele horde derdejaars die was neergestreken, en genoten alsof we nooit vrije tijd hadden gehad. Het was bevreemdend om voor het eerst sinds lang onbekenden in ons midden te hebben, en soms had ik een beetje het gevoel dat we nu plots de aandacht van onze tweedejaars moesten delen. Alsof we een lange tijd enig kind waren geweest en daar nu plots broers en zussen bijkwamen. Maar aan de andere kant merk je ook snel genoeg dat die broers en zussen ook erg leuke, mooie mensen zijn.
De reden voor onze derdejaars om naar Mostar te komen vond op dinsdag plaats, de ‘graduation’. Het begon in de ochtend met een lange ceremonie en veel geklap en gehuil. Een aantal muzikale en creatieve studenten zetten hun beste beentje voor met zang, dans en acrobatische voorstellingen. Daarna was het tijd voor de uitreiking van de certificaten en vervolgens renden we allemaal het podium op om de afgestudeerden te overladen met knuffels. ’s Avonds volgde het ‘prom’ met een diner en een after-party. Ondanks het feit dat we eigenlijk onze examens moesten ophalen de volgende ochtend, feestte iedereen tot in de vroege uurtjes en genoten we van een laatste keer samen zijn.
De volgende ochtend was het tijd voor de eerste ‘vaarwels’ en ‘tot ziens’en’. Ik vond het een vreselijk gevoel om te beseffen dat ik deze mensen voor zo’n lange tijd niet meer zou zien, want sommigen zie ik misschien nooit meer, sommigen zie ik een jaar niet, andere drie maanden.
Dat afscheid nemen betekende ook dat het tijd was om onze spullen te pakken. Mensen gingen kartonnen dozen halen in de nabije supermarkt of staken hun spullen in de koffers die ze nog liggen hadden. Eerstejaars probeerden te bepalen hoeveel broeken en jurken ze nodig hadden voor de zomer terwijl de tweedejaars hun nalatenschap voor ons vastlegden en keken wat onnodige ballast zou zijn. Ik wandelde op mijn laatste druilerige dag van dit academische jaar naar de sportwinkel voor mijn meest symbolische aankoop. Ik besloot dat het tijd was om mijn eigen trekrugzak aan te schaffen. De rugzak waarmee ik de wereld zal rond trekken. Ik vind dat het symbool staat voor de zelfstandigheid die ik gekregen heb gedurende mijn eerste jaar in Mostar. Het feit dat ik niet meer iemand anders rugzak hoef te gebruiken is een symbool voor het feit dat ik het nu alleen kan. Ik kan alleen naar Sarajevo reizen, alleen naar Turkije vliegen, alleen kan rondtrekken voor drie weken. (Al is die ‘alleen’ erg relatief en bedoel ik niet dat ik echt moederziel alleen naar Turkije trek, maar meer dat ik er geen leiding voor nodig heb.)

Tot gauw,

Amber


Dit bericht is geschreven op 01 Juni 2013, maar ik heb het pas nu kunnen uploaden. Er volgt binnenkort een update op hoe het nu is in Turkije. 

dinsdag 7 mei 2013

Maanden


Ik weet het, het is lang geleden dat ik nog iets op mijn blog postte. Laat ons zeggen dat het leven het even had overgenomen van de tijd. In die maand en meer dat ik niet schreef is er namelijk zo ontzettend veel gebeurd en gedaan.
Ik was in Rome; kwam, zag en overwon, misschien niet de stad maar alleszins toch het stratenplan. Ik ging er heen met nieuwe vrienden, liep er oude tegen het lijf en misliep andere. De stad was oud en zo voelden wij ons ook. Al is dat relatief wanneer je 17 en ouder dan ooit bent. We genoten van onze vrijheid en waren dankbaar voor onze tijd. Maar met Pasen ging ook ons reisje voorbij, en dus spoorden/vaarden/reden we terug naar Mostar.
Eenmaal terug begon het werk weer, het werk dat we zorgvuldig hadden uitgesteld tot na onze reis. Het gewone huiswerk werd aangevuld met de organisatie van een ‘Trash Fashion Show’ en presentaties over aanmeldingen aan universiteiten. Voorts was er nog de laatste Culture Week van het jaar die afgerond werd met het eerste openlucht feestje van het seizoen.
Het weekend dat daarop volgde, was het weekend met de eerste duik in de zee van het jaar. Bo (Nederland), Marketa (Tsjechië), Yuval (Israël) en ik trokken naar de Kroatische kust. We vertrokken zaterdag voormiddag –ongeveer een uur later dan gepland dankzij altijd-late-Yuval- maar we hadden geen haast en dus geen zorgen. Eens we aankwamen aan de zee kochten we rantsoenen voor de avond en zochten we een strand uit waar we ons kamp opzetten. We trokken bikini’s en zwembroek aan en namen en renden in het veel te koude water. Wat volgde was een namiddag gezellig samen zijn en genieten van het feit dat we daar waren; een ietwat verlaten kei-strand aan de Adriatische zee. ’s Avonds was er nog een heus avontuur met er niet in slagen ons potje te koken en een kok met een boot die graag die taak gratis op zich nam. In de boot zaten en aantal mannen van de meer-dan-middelbare-leeftijd met een pak kaarten in de hand en een teveel aan wijn in het hoofd. Ze waren ontzettend vriendelijk en wij hadden de tijd van ons leven, lachend met die ene man die begon te dansen en de andere die trots zijn Facebook foto’s toonde. Na het diner op de boot volgde nog een nachtelijk plons in het water en een relatief slapeloze nacht op het strand. In de ochtend bestudeerden we de voortplanting van de schildpad in de natuur en keerden we terug naar Mostar.
Er kwam meer werk voor school en de second-years verlieten Mostar om een weekje elders te gaan studeren. Het begon tot ons door te dringen dat ze hier niet zo lang meer zullen zijn. De laatste maand is van start gegaan.
Nog één maand in Mostar voor de zomer start. Nog één maand in Mostar voor de second-years afstuderen. Nog één maand voor we afscheid moeten nemen, of het nu tijdelijk is of niet. Het is voorbij gevlogen dit eerste jaar, en ik kan alleen maar blij zijn dat er nog een jaar komt. Al mag ik er nog niet te veel aandenken. Voorlopig moet ik focussen op de examens die er aan komen. En op blijven genieten, groeien en gelukkig zijn.

Tot binnenkort,
Amber

woensdag 27 maart 2013

De Wereld Redden


De afgelopen twee weken heb ik evenveel keer de wereld gered. De problemen waren reëel, de reddingen net iets minder, en het middel een model. Het was namelijk de tijd van de MUN-conferenties, ofte met een hoop leeftijdsgenoten de Verenigde Naties nadoen.
De eerste conferentie was in Belgrado, die intussen veertien dagen geleden van start ging. Samen met een Duitser, Bosniër en Noor trok ik naar de voormalige hoofdstad van ex-Joegoslavië om daar een internationale conferentie bij te wonen die tot twee jaar geleden enkel voor universiteitsstudenten bestemd was, maar intussen ook een ‘junior’ comité bezit. In dat comité bespraken we ‘het gevaar van nucleaire proliferatie – de situatie in Iran’. Ik had de eer om samen met een meisje uit Belgrado Turkije te vertegenwoordigen. Er werden speeches gegeven, lobbysessies gehouden en resoluties geschreven. Uiteindelijk kwamen we tot een akkoord waar alle delegaties mee instemden, al onthield Noord Korea zich tijdens het stemmen.
De debatten vonden plaats in het ministerie voor Diaspora, alle andere officiële gebeurtenissen in andere overheidsgebouwen; een openingsceremonie in de ‘City Assembly’ en afscheidsceremonie in het Servische Parlement, waarom niet? Lunch werd geserveerd in het restaurant van de ‘City Assembly’, waar normaal alleen de politici toegang hebben en wat een mini-belastingparadijs blijkt te zijn – cola kost er twaalf eurocent, bijvoorbeeld. We verbleven in een klein hostelletje op vijf minuten wandelen van het centrum, dat slechts bevolkt was met deelnemers van BIMUN.
De meeste officiële aangelegenheden waren ontzettend saai en onze voorzitter wist niet altijd wat ze aan het doen was, maar de debatten waren interessant en soms wel vurig. Er waren ook nog vrije momenten die we gebruikten voor een minimum aan ‘toerist zijn’, al kwam daar niet heel veel van in huis door de onverwachte koude en sneeuw. Na het 15°C en warmere weer in Mostar, durf je al eens te vergeten dat er ook plaatsen zijn waar het kouder is. Ook was er een feestje, dat nogal tegenviel, en een ‘Bal van de Diplomaten’ dat uiteindelijk heel leuk was. Het duurde even voor ik aangepast aan het Servische alternatief voor Schlager-muziek, maar toen we dan uiteindelijk op de dansvloer belanden kon de avond niet meer stuk. Toen het daar afliep, besloten we wat andere mensen te vervoegen en het nachtleven in Belgrado te verkennen. We lachten de hele weg terug naar het hostel en waren stiekem blij omdat we bijna terug naar Mostar mochten.
Wat ons daar een paar dagen later wachtte was een andere MUN conferentie, onze eigen kleine conferentie. Scholieren van overheen Bosnië, Servië, Kroatië en andere plekken, streken neer in onze stad om deel te nemen aan onze traditie. We hadden vier comités, waarbij ik deel uitmaakte van de Climate Change Council. Deze keer moest ik geen land vertegenwoordigen maar de NGO –en grootste lobbygroep op vlak van klimaatsverandering- IETA. Dit staat voor International Emissions Trading Association, en regelt dus de handel in broeikasgas uitstoot. Als NGO mocht ik niet stemmen of geen resoluties voorstellen, al hield dat me niet tegen om een halve resolutie te schrijven en die dan door te geven aan de delegatie van de Verenigde Staten. Alles wat de organisatie wou werd behouden en goedgekeurd, al weet ik niet zeker of dat wel zo’n goede zaak is.
Naast de debatten werd er ook een MUNiM feestje georganiseerd –dat in tegenstelling tot dat van Belgrado- wel leuk was. Ook was er Global Vision, wat in feite Euro Vision is, maar dan met alle landen, ongeacht het feit dat dat land wel of niet-bestaand. Ik nam samen met Bo de taak op mij om het Vaticaan te vertegenwoordigen. We zongen onze eigen versie van de ‘Pope of Dope’ tot we hadden omgedoopt tot ‘Pope of Rome’.
Dat brengt me tot het laatste wat ik wil meedelen in dit blogbericht. Op het moment dat ik dit publiceer ben ik in Rome. Samen met Erika en Anita breng ik hier vanaf vandaag onze korte paasvakantie door.

Liefs,
Amber